'Een van mijn grootste helden is Hugh Hefner'

Bob Sinclar (niet Sinclair!) had tien jaar geleden een trits monsterhits waarvan ‘Love Generation’ en ‘World, Hold On’ d...

Bob Sinclar (niet Sinclair!) had tien jaar geleden een trits monsterhits waarvan ‘Love Generation’ en ‘World, Hold On’ de grootste waren. De 47-jarige Fransman zet nog steeds vier à vijf avonden per week een Europese club op zijn kop. Een interview over superhelden, Celine Dion en de angst voor aanslagen.

Je bent altijd omringd door de mooiste vrouwen. Zorg je goed voor jezelf?

Ik ben erg gesteld op esthetiek, in alle opzichten. Laat mij maar dingen ontdekken: van ouwe spullen tot mooie nieuwe dingen. Zolang het maar ergens voor staat. Ik ben een oprecht maar simpel persoon en vergeet nooit waar ik vandaan kom. Je zult me nooit een boot of een kasteel zien kopen. Ik heb een huis in Parijs en een klein appartement in Los Angeles. Natuurlijk rijd ik wel een knappe auto. Mensen denken dat ik als een miljonair leef, maar dat is absoluut niet het geval. Omringd worden door mooie vrouwen is belangrijk voor de gezondheid, nietwaar? Eén van mijn grootste helden is Hugh Hefner, het boegbeeld van alle hetero’s.

Lees ook: Jan Jaap van der Wal: 'Ik werd nergens meer voor gevraagd'

Je komt zelf anders ook aardig in de buurt. Zie je jezelf als een held?

Als kind wilde ik al een superheld worden. Daarom werk ik zo hard. Maar ik blijf voornamelijk Christophe Le Friant en Bob Sinclar mijn alter ego. Ze huizen allebei in mij, maar ik zou nooit alleen Bob Sinclar willen zijn. Hoe cool het ook is om een nachtclub binnen te stappen en dat al het publiek daar is voor jou en je muziek. Daar gaat zoveel energie vanuit, als mensen speciaal met jou een feestje willen bouwen. Zolang ik mensen gepassioneerd voor me zie staan dansen, blijf ik dit doen. Het geld interesseert me niet zoveel, omdat ik daar al genoeg van heb. Het gaat me om de prikkels die vrijkomen bij het maken van muziek. Als een gas stroomt het door m’n aderen

Dit is de derde zomer op rij dat je elke zaterdag een eigen nacht genaamd Paris by Night hebt in de Pacha op Ibiza. Hoe kwam het tot stand?

Ik draai al vijftien jaar in de Pacha. Het begon met de Defected Party’s van onder meer Erick Morillo, dus toen ze me in 2005 vroegen voor een residency was ik vereerd, maar nog niet klaar voor een vaste Love Generation Party. Wat ik wel wist, was dat Pacha de perfecte clubis voor mijn muziek. Mijn mix van vocal, garage, tribal en verschillende vibes komt goed tot zijn recht in die zalen.

Wat maakt Paris by Night anders dan andere Ibiza-nachten?

De afgelopen jaren kreeg ik de indruk dat het imago van de dj overrated is geworden. Ze krijgen vaak te veel eer voor wat ze doen: plaatjes draaien. Mijn doel is om mensen in mijn wereld te introduceren en andersom. Alleen ik op zo’n podium is te saai voor woorden. Als je op mijn avond komt, krijg je niet alleen mij. Er zijn dansers, koninginnen, clowns, playmates. De Pacha leent zich daar bij uitstek voor. Het publiek is gelijkgestemd, het eiland is gewoon goed.

Het is niet alles goud wat er blinkt in de dj-wereld. Welke collega’s bewonder je en van welke dj’s word je helemaal gek?

Je wil natuurlijk namen horen, maar dat vind ik niet netjes. Het is duidelijk dat het wereldje een grote business is geworden. Sommige agentschappen hebben een strategie waarbij een dj een imago aangemeten krijgt om meer geld te verdienen. Waar het op neerkomt, is dat een agentschap een persoon kiest, diegene muziek in handen drukt en er vervolgens voor zorgt dat diegene het gezicht van het project wordt. De dj wordt een marketingproject en sommigen zijn niet meer dan een gezicht.

Waar komt dat dan door?

Dj’s – en daar ben ik ergens ook wel weer trots op – zijn supersterren geworden, iconen. Agentschappen zoeken een jongen die er goed uitziet en proberen daar een slaatje uit te slaan. Gelukkig geldt dit lang niet voor alle dj’s. Ik bedoel, er zijn echte artiesten die al jaren meegaan. Dan heb ik het zowel over de Fransen als David Guetta en Martin Solveig, als over de New Yorkse scene met Masters at Work, David Morales en Roger Sanchez. Allemaal legendes die gebouwd hebben aan een pure dj-wereld.

Ben je niet gewoon jaloers?

Het is geen jaloezie, want we hebben allemaal hard gewerkt voor onze eigen status. Maar je weet gewoon dat als een beroepstak goed loopt, je ook met neppers te maken krijgt. Bob Marley zei ooit dat er in de wereld bladeren, takken en wortels zijn: bladeren vallen, takken verbranden, maar de wortels blijven eeuwig bestaan. Sommige dj’s zullen herinnerd worden als wortels, anderen vergeten als bladeren.

Hoe is de scene veranderd sinds jij begon?

Enorm! Toen ik muziek begon te maken in 1994 kon je je nog een artistieke richting veroorloven en de visie van een volledig album. Tegenwoordig kopen mensen geen albums meer, en überhaupt amper nog muziek. Ze streamen muziek en delen het met andere mensen, maar kopen? Nee. Daarom is het zo verdomd moeilijk om een album te maken, zéker voor een dance-artiest. Als ik nu een album wil maken, begin ik met één liedje en wacht ik af of het een hit wordt. Zo ja, dan bouw ik vanuit daar verder. Zo niet, dan begin ik opnieuw.

De angst voor terroristische aanslagen bij grote events is het afgelopen jaar flink gegroeid. Sta jij daar bij stil als je op een festival draait?

Terreur is echt dichtbij gekomen en de angst is er altijd. Maar mijn rol, mijn doel, is om mensen te entertainen. Hoe meer crisis en angst er in de wereld is, hoe belangrijker het voor ons is om mensen geluk en vrijheid te bieden. Het is triest dat er zoveel onschuldige slachtoffers zijn en dat onverlaten ons bang willen maken. Mensen moeten zich veilig voelen in een club of op een festival: the show must go on. Van sommige artiesten gaat een grote kracht uit, zoals bijvoorbeeld Celine Dion, die een paar dagen na de dood van haar man optrad en zei dat ze het voor hem deed. Je moet doorgaan met je show, voor je fans. Want terroristen willen die vrijheid afpakken. Als ze met ons willen vechten, vechten we terug met onze muziek.