Een week voor ons gesprek krijg ik een app van Mart Smeets: ‘Hallo kleindochter, you make me happy!!! M.’ Nu kun je veel over mij zeggen, maar niet dat ik de kleindochter van Mart Smeets ben. ‘Bericht niet voor jou, excuus Mart’, stuurt hij er met de snelheid van het licht achteraan. Maar het kwaad is al geschied. De man die zelden het achterste van zijn tong laat zien over zijn privéleven, heeft zich zojuist aan mij geopenbaard als knuffelbare opa. Hij heeft er vier, kleinkinderen dus. Eentje van 3 maanden, de rest van de Smeets-posse is 11,9 en 6 jaar. Als ik hem tijdens het interview vraag of hij dat vaker doet, lieve berichtjes naar ze sturen, reageert hij op de typische Mart Smeets-manier met een wedervraag: ‘Ja, waarom zou ik dat niet doen? Aanraken kan ik ze door corona niet. Ik zie ze weleens, maar er zijn minder leuke momenten dan ik zou willen. Daarin ben ik niet uniek.’
Bent u een leuke opa?
‘Dat moeten de kleinkinderen zelf uitmaken, maar ik kan me indenken dat ze mij niet meteen op hun netvlies hebben staan. De wereld verandert voor hen ook. Ze zijn teruggeworpen op hun eigen kringetje. Dat vind ik het jammere aan het geheel, dat de wereldjes van alle mensen kleiner zijn geworden. Van jou, van mij, van iedereen. Dat knijpt.’
Helpen sociale media om in contact te blijven met de buitenwereld?
Op besliste toon: ‘Aan sociale media doe ik niet. Ik heb geen Instagram, ik heb geen Facebook, ik heb geen Twitter en ik doe niet aan videobellen, behalve met mijn dochter en zoon. En heel soms zakelijk, als het initiatief uitgaat van de klant.’
Waarom wilt u zich er niet mee inlaten?
‘Ik heb het niet nodig. Ik doe alleen dingen die ik nodig heb.’
Doet u nooit iets omdat het leuk is?
‘Ik denk dat ik rustig mijn kist inga zonder Facebook gemist te hebben.
Dat is voor mij een reden om er niet mee te werken. Maar ik zie ook wat voor afschuwelijke effecten het kan hebben op mensen. Ze zijn zo verdwaald en verslaafd aan hun telefoontje of tablet dat ze niks anders meer kunnen. Ik heb een heel ander leven.’
Hoe ziet dat leven eruit?
‘Rustig en in balans. Je kunt niet anders in deze tijd. Ik hou me voor een groot deel aan alle regels. Die regels zijn simpel. Kom niet in de nabijheid van anderen. Helemaal niet van vreemden. En doe een mondkapje op als daarom wordt gevraagd. Ik hou afstand en zie bijna niemand. Daarmee lever ik mijn leven in. Dat klinkt groot, maar dat is het niet. Het is gewoon het aandeel wat je kunt hebben in deze pandemie.’
Waarmee vermaakt u zich?
‘Ik heb het hartstikke druk! Iedere week doe ik voor Ziggo Sport live een basketbalwedstrijd, dus ik volg de hele MBA. Elke dag begint met het doornemen van de uitslagen van de nacht ervoor. Die bespreek ik aan de ontbijttafel met mijn vrouw, die er ook veel vanaf weet. Dan hebben we iets gemeenschappelijks in de ochtend. Ik lever elke week drie columns in, bracht afgelopen najaar nog een boekje uit en heb veertien maanden lang ontzettend leuk aan een boek over Canada gewerkt.’
Dat is allemaal werk.
‘Ja, maar werk is voor mij de handschoen van het leven. Daar pas ik goed in.’
Hoeveel boeken heeft u inmiddels geschreven?
‘Mensen die miljonair zijn, weten nooit hoeveel miljoenen ze hebben. Een schrijver weet niet hoeveel boeken hij heeft geschreven. Zulke dingen tel je niet. Maar ik gok ergens in de vijftig.’
In november bracht u ook al een boek uit: Stille Sport, over…
Inbrekend: ‘Dat was een tussendoortje, een moetje. Net zoals je geen kinderen wilt hebben en er komt er toch eentje. Het was niet iets wat in de planning zat, het kwam ineens op. En de reden hoef ik niet te noemen.’
Stille Sport gaat over wat de coronacrisis met de sport heeft gedaan. Hoe heeft u het zelf beleefd, zo’n lange periode zonder grote evenementen?
‘Ik ben een realist. Er is geen sport die lijkt op wat er vóór corona was. Ik kan kijken naar wat er op tv is. Dat heb ik meer dan ooit gedaan. Ik heb gekeken naar voetbal zonder publiek van over de hele wereld, ik heb American football gevolgd, ik heb honkbal gevolgd en ik heb basketbal zonder publiek heel goed gevolgd. En ik heb soms genoten.’
Wat is het verslavende van uw werk?
‘Er is niets verslavends aan. Het is gewoon heel leuk om sport te verslaan, om te beschrijven wat er gebeurt, om er filmpjes over te maken en in te spreken. Dat heb ik vanaf 1968 gedaan. En met plezier. Dat kunnen er niet veel zeggen.’
Geeft het een kick om kennis te delen?
‘Ik heb iets belerends in me. Mijn moeder zei altijd dat ik leraar geschiedenis moest worden. Dat zag ze goed in. Als kind was ik al erg geïnteresseerd in geschiedenis. De neiging om dingen te willen leren is er altijd geweest.’