Komend weekend kun je de DTM-bolides van Audi, BMW en Mercedes weer in actie zien op Zandvoort. We praten je bij over de races, spraken een Nederlander die een hoofdrol speelt én we stapten in voor een rondje in een klassieke DTM-racer.
Voor het vijftiende opeenvolgende jaar komt de DTM naar Zandvoort. Geen enkel circuit buiten Duitsland stond zo vaak op de kalender van het prestigieuze Duitse toerwagenkampioenschap als ons circuit in de duinen, terwijl ook een Duits circuit als Oschersleben jaloers is op zon rijke historie. De laatste Formule 1-race op Zandvoort mag dan 30 jaar geleden zijn, de DTM is een waardige vervanger. Natuurlijk, we zijn de eersten om toe te geven dat zon open racer er veel spectaculairder uitziet, en bovendien is ie sneller. Maar bij de toerwagens (raceautos die eruitzien als autos die bij de dealer op de hoek te koop staan) is de DTM het allerhoogste niveau, misschien samen met het WTCC.
Het kampioenschap begon in 1984 als Deutsche Tourenwagen Meisterschaft, maar tegenwoordig staat de afkorting DTM voor Deutsche Tourenwagen Masters. De strijd gaat op dit moment tussen drie fabrikanten: Audi, BMW en Mercedes. Dat wil niet zeggen dat het saai is, want voor iedere fabrikant strijden meerdere teams. Drie teams rijden met Mercedes, drie teams rijden met Audi en vier met BMW. In totaal komen er 24 autos aan de start. In 2015 is Audi tot nu toe met afstand het meest succesvol, maar Zandvoort is pas de vierde race en hierna volgen er nog vijf; er kan dus nog van alles gebeuren.
[gallery type="rectangular" ids="139701,139703,139705,139707,139709"]
/ Ongelooflijk veel sneller
Wij staan ook aan de start, want de Duitse editie van Playboy sponsort de Audi RS5 van Adrien Tambay (overigen de zoon van Patrick Tambay, een F1-coureur die in de jaren 80 twee races won met Ferrari). Die door Playboy gesponsorde Audi is niet de auto waar we een rondje in meerijden; dat is een klassieke BMW M3. De moderne DTM-autos hebben namelijk de benzinetank op de plaats van de passagiersstoel, waardoor een rondje meerijden ingewikkeld wordt.
In de M3 uit de jaren 80 die BMW meenam is dat een ander verhaal. In 1987 en 1989 sleepte BMW met dit model M3 de titel in de wacht. De 2,3 liter viercilinder onder de kap levert ruim 300 pk (latere versies schopten het zelfs tot 380). Coureur Jens Klingmann rijdt me in een flink tempo over het circuit. Zo vaak heb ik hier zelf gereden, maar vrijwel altijd in gewone straautautos. Die hebben soms ook 300 pk of meer, dus op de rechte stukken is de snelheid niet anders dan ik gewend ben. Hét grote verschil zit echter in de bochten; de racer, klassiek of niet, gaat er ongelooflijk veel sneller doorheen dan iedere straatauto. Nog nooit ben ik op dit tempo door de Tarzanbocht gegaan, niet eerder dook ik met deze snelheid het Scheivlak in en volgas de laatste bocht voor het rechte stuk in is eveneens nieuw voor me.
/ Zolang onze auto maar sneller is
Tussen deze klassieke M3 en de huidige DTM-autos zit een levensgroot verschil. Vroeger waren de DTM-autos namelijk gepimpte versies van een straatauto. Nu is dat anders, want tegenwoordig hebben ze alleen het uiterlijk van die straatauto. De BMW M4 heeft dus geen zescilinder turbomotor zoals een normale M4, de Audi RS5 is geen Quattro, alleen de Mercedes heeft wat weg van de auto die in de showroom staat; die heeft namelijk ook een V8 en achterwielaandrijving. De DTM-autos zijn behoorlijk wat lichter dan de normale autos, want ze wegen maar iets meer dan 1.100 kilo. Ter vergelijk: een standaard M4 Coupé weegt rond de 1.500 kilo.
Is het wel leuk om met van die identieke autos te racen? We vragen het Ernest Knoors, de Nederlandse teammanager van een van de BMW-teams. Eerlijk gezegd kan het me weinig schelen of hij op een auto in de showroom lijkt of niet, vertelt Knoors. Zolang onze auto sneller is dan die van andere teams vind ik alles prima. De Nederlander is sinds 2013 teambaas van BMW Team MTEK. Het team uit Garching, vlakbij München, reed in dat eerste jaar al direct vooraan mee. Zo gek als het lijkt is dat niet, want BMW racete het jaar daarvoor al in het DTM, de coureurs hadden ervaring en Knoors zelf kwam ook niet uit de lucht vallen: hij werkte jarenlang voor het F1-team van Ferrari. Toch ervaar ik de DTM niet als een stap terug. Ik wilde het iets rustiger aan doen, want werken in de F1 is fantastisch en ik had het voor geen goud willen missen, maar ik werd het wel een beetje zat om altijd maar op reis te zijn. In de DTM draait het meer om racen, want de verschillen tussen de autos zijn maar klein. Daarom zijn andere dingen belangrijk. Natuurlijk de coureurs, maar bijvoorbeeld ook de pitstops en nog honderd kleinigheden die bij elkaar net het verschil kunnen maken.
Ben je van plan om zelf naar Zandvoort te gaan voor de DTM? Er is een race op zondag (start rond 14.00), maar dit jaar is er voor het eerst ook een race op zaterdag (start rond 18.00). Naast de DTM-races kun je onder meer races zien van de Supercar Challenge, Porsche Carrera Cup en Formule 3.
Tickets kun je kopen aan de kassa of via dtm.com.
Tekst: Perry Snijders