In zijn nieuwe voorstelling Ga-Bie-Jer maakt Javier Guzman (40) korte metten met zijn driftkikkerimago. Hij stelt zich voor als de verlegen en bescheiden man die hij eigenlijk meent te zijn. Maar vals bescheiden is hij niet: dat hij tot 's lands beste cabaretiers behoort, durft hij best te erkennen.
1. Reken jij jezelf tot de tien beste cabaretiers van Nederland?
Het is dat anderen het zoveel gezegd hebben, zowel critici als publiek, dat ik wel durf te zeggen dat ik tot de top tien behoor. Een aantal jaren geleden was ik van management veranderd en stond ik opeens tegenover een van de beste theaterboekers van Nederland. Hij keek me aan en zei: ‘Je weet nu wel tot welke categorie je behoort?’ Ik antwoordde zonder valse bescheidenheid: ‘Ik denk dat ik wel tot de vijftig beste cabaretiers van Nederland behoor.’ Hij keek me beduusd aan. ‘Vijftig? Je staat op dit moment in de top vijf van beste cabaretiers van ons land!’ Toen pleurde de tonic uit m’n poten. Ik was alleen maar bezig met spelen. Ik had daar totaal geen zicht op.
2. Zou je iets aan jezelf willen veranderen?
Ik zou me minder schuldig willen voelen. Ik voel me altijd schuldig. Over alles. Ik hoop dat ik het niet alleen op het toneel maar ook privé fijn zal hebben. Ik heb het nu fijner dan ik lange tijd heb gehad. Ik heb een hele lieve vriendin en ben steeds beter in balans. Ik heb het gevoel dat ik op een kantelpunt in mijn leven sta: ik vind steeds meer innerlijke rust, ik weet mijn tijd steeds beter in te delen en wordt steeds gelukkiger.
@backlink(207967)
3. Wat is op dit moment het grootste verdriet in je leven?
De zelfmoord van mijn vader. In het laatste gesprek dat we hadden kregen we ruzie. Ik onderhield hem financieel en zei dat ik daar even mee zou stoppen. Dat het voor hem tijd werd om op eigen benen te gaan staan. En toen zei hij: ‘Dat kun je wel doen, maar dan maak ik er een eind aan.’ Ik dacht dat het gewoon bluf was. Want dat deed hij wel vaker. Bluffen. Maar dit was een van de weinige keren dat hij dat niet deed. Ik heb me lange tijd verantwoordelijk gevoeld voor zijn dood. En nog steeds. Daar komt dat altijd aanwezige schuldgevoel ook vandaan, denk ik.
4. In je voorstelling Ga-Bie-Jer stel je jezelf ‘opnieuw voor aan het publiek’. Wat is de grootste misvatting die onder dat publiek er over jou bestaat?
Na lang aarzelen: “Dat ik op het toneel net zo ben als in het echt. Ik denk dat mensen verwachten dat ik in het dagelijks leven een nietsontziende rauwdouwer ben, maar eigenlijk ben ik een heel bescheiden en verlegen man. Ik ben wel een enfant terrible maar dat zit hem niet in fysieke agressie”
5. Hoe kan het dan dat je meermaals in het nieuws bent geweest met vechtpartijen?
Dat berust allemaal op een misvatting. Van het eerste incident waarmee ik het nieuws haalde, die vechtpartij op de Zeedijk, was ik niet de agressor. Mijn broer en ik werden tot pulp geslagen en wij sloegen terug. Ik kreeg wel van alle kanten de schuld in de schoenen geschoven. Als ik al vecht, dan vecht ik voor mijn vrijheid. Ik ben nog nooit een vechtpartij begonnen. En de keren dat ik agressief was en iets moest het ontgelden, dan waren dat tafels en stoelen. Geen mensen.