Onder bierliefhebbers kunnen felle discussies over bierstijlen ontstaan. Heb je er maar twee, onder- en bovengistend, of tientallen? En als dat laatste waar is, welke horen daar dan als stijl bij en welke niet? Alleen Bock of ook Dubbelbock? En hoe deel je weizen, witbier, blond en sterk blond dan in? Bierjournalist Nathan Hak van Beerwulf licht toe.
@backlink(210121)
1. Elke pils is bier, maar niet al het bier is pils.
Als je vraagt om een ‘gewoon biertje’ krijg je doorgaans een pilsener. Begrijpelijk, want pils is nog steeds veruit het meest gedronken bier ter wereld. Maar met ‘gewoon’ doe je het wel ernstig tekort. Mede daarom pleit ik (en vele liefhebbers met mij) ervoor de term ‘speciaalbier’ en daarmee ‘gewoon bier’ niet te gebruiken. Laten we voortaan in bierstijlen praten en het over pils hebben. En over blond, IPA, stout, tripel, enzovoort. Pilsener is een van de moeilijkste bierstijlen om te brouwen. Het is zoals dat heet ‘onvergeeflijk’. Zo ongeveer iedere bierdrinker kent het en elk brouwfoutje proef je. Pils is bleekgeel tot blond van kleur, heeft een lichte body en over het algemeen een prettige balans in zoetigheid en bitters. Pils is altijd ondergistend. Deze gist geeft relatief weinig smaak af, waardoor de mout en de hop het meeste opvalt. Een goede pils is verfrissend, knisperend en prettig doordrinkbaar. Pilseners bevatten ongeveer tussen de 4,4 en 5,5% alcohol. Duitse versies zijn vaak wat droger, Tsjechische versies bloemiger. Probeer maar eens een Flensburger Pils of een Pilsner Urquell naast een Heineken of Hertog Jan pilsener.
2. Bock of Bok?
Een van oorsprong Duitse bierstijl uit de stad Einbeck. Het meest geaccepteerde verhaal is dat Einbecker bier in Beieren is verbasterd van Ainpockisch bier naar uiteindelijk Ein Bockbier. Het is de bierstijl die de diversiteit in Nederland (her)startte. In de tijd dat er zo goed als alleen maar pils werd gebrouwen in Nederland, zagen onze brouwers in deze bierstijl een kans om een seizoensbier te creëren. Bockbier is van origine een sterkere variant van een andere biersoort. Dat zie je in Duitsland terug, daar vind je weizenbock, een sterk tarwebier. Proef van brouwerij Weihenstephaner hun Hefe Weissbier en de Vitus en je snapt het. In Nederland hebben we grofweg twee soorten: lentebock en herfstbock. Lentebock is blond, herfstbock is donker. De enige officiële overeenkomst is dat ze beide minimaal een stamwortgehalte (kortweg de hoeveelheid vaste stoffen in het wort) hebben van 15,5 graden plato. Dat komt omdat het een van de weinige biersoorten is die zijn vastgelegd in de Nederlandse Warenwet. Herfstbock heeft naast zijn donkere kleur ook aroma’s van donkere mout, vooral karamel. Lentebock is blond en is vaak een wat sterkere pils.