Van belchinezen tot hoteseknotsebegoniavoetbal: voetbaljargon voor dummies

We kijken met z'n allen meer voetbal, ook vrouwen hebben dankzij de Oranje Leeuwinnen vaker zin in 90 minuten koekeloeren naar de belangrijkste bijzaak in het leven (© Kees Jansma). Zeker voor landentoernooien waaraan Nederland meedoet, kruipen we massaal voor de buis. Speciaal voor degenen die daags na de wedstrijden op enig niveau willen meebabbelen bij de koffieautomaat dan wel kopieermachine, een introductie in het voetbaljargon.

voetbaljargon

Belchinees

In 2009 viel voor het eerst de term belchinees, een woord met een eigen Wikipedia-pagina. Deze oosterling in kwestie belde feitjes over het wedstrijdverloop door naar de gokmaffia in China. Wanneer er vreemde dingen gebeuren op het veld zoals een opzichtig eigen doelpunt, vraagt men zich sindsdien af of er soms een belchinees in het stadion aanwezig is. Wedden op uitslagen of zelfs gele en rode kaarten is tegenwoordig legaal. Op de website casinosite zijn de meest betrouwbare bookmakers te vinden. Bij de beste goksites worden overigens ook traditionele casinospellen aangeboden.

Schijtbakkenvoetbal oftewel de bus parkeren

Hoog druk zetten is in normaal Nederlands de tegenstander opjagen op de eigen helft, en zo snel de bal proberen te veroveren. Dat gebeurt vaak tegen teams die de bus parkeren oftewel verdedigend spelen. Een andere uitdrukking voor dit soort resultaatvoetbal is het uit Italië afkomstige catenaccio. Trainer Gertjan Verbeek noemde dit schijtbakkenvoetbal. Wanneer snoeiharde Zuid-Amerikaanse spelers niet zo veel rekening houden met de spelregels en andermans ledematen, is er sprake van grinta: de over-mijn-lijkmentaliteit. Niet te verwarren met de term paniekvoetbal, die geïntegreerd is in het bedrijfsleven. Dat is met wel meer voetbaljargon gebeurd.

Ziekenhuisballen en hotseknotsebegonia

Het wereldje wordt door buitenstaanders nog wel eens oppervlakkig genoemd, maar zoals Jules Deelder ooit zei: als je je beperkingen kent, kun je daarbinnen onbeperkt te werk gaan. Menig voetbaltrainer introduceerde al termen die door neerlandici zijn omarmd omdat ze zo spitsvondig zijn. Scorebordjournalistiek is er zo een: je mening over het vertoonde spel baseren op de uitslag. De ziekenhuisbal is een onhandig geplaatste pass die een onvermijdelijke botsing tussen twee toesnellende spelers tot gevolg heeft. Blind de bal naar voren schoppen en dan maar zien of ze voorin een doelpunt kunnen fabriceren heette in het Engels kick & rush, maar in Nederland dankzij cultcoach Bert Jacobs hotesknotsebegoniavoetbal. Duitse woorden worden niet geschuwd, denk aan Angstgegner (lastige tegenstander) en de welbekende Schwalbe (fopduik om een penalty te versieren).

'Een beetje een juffrouw'

Het loont de moeite om een voetbalpraatprogramma aan te zetten ter nadere kennismaking met de terminologie in 'de voetballerij'. Kampioen Creatief Over Voetbal Praten is nationale knuffelmopperkont Johan Derksen. Wanneer een speler maar weinig grinta vertoont, noemt De Snor deze steevast 'een beetje een juffrouw'. Als collega René van der Gijp roept dat een bal op P3 belandt, bedoelt hij dat een schot waarschijnlijk niet al te best gemikt was. Snelle spelers zijn bij hem 'op de brommer'. In Vandaag Inside gaat het zelden meer over het spelletje zelf, maar over randzaken. Ook dan tonen de heren zich uitermate vindingrijk. Over de zuinigheid van miljonair Dick Advocaat bijvoorbeeld: "Die gaat zelf in de tuin zitten blaffen om een hond uit te sparen".

Knowhow
  • Pexels, Pixabay