Wat hormonen met het gedrag van vrouwen doen, doen voetbalwedstrijden met het gedrag van de man. Hypernervositeit, huilbuien, woede, euforie, verslagenheid: al deze emoties kunnen in een zeer beperkt tijdbestek voorbijkomen. De uitslagen hebben zoveel invloed op het humeur van het gemiddelde man-mens dat ik er maar geen grappen over maak. Ik spreek uit ervaring: ik heb al mijn hele leven lang te maken met voetbal, op allerlei manieren.
Zo speelde mijn allereerste vriendje bij Heerenveen. Een serieuze jongen met een goed hart en een kuthumeur als ze slecht hadden gespeeld. Hij was niet alleen de eerste die me heeft gevingerd, maar ook de eerste die me leerde: voetbal is niet ‘zomaar’ een spel waarbij mannen in ruil voor heel veel geld achter een bal aan rennen.
Nee, voetballers zijn hedendaagse gladiatoren met protserige designerkleding in een arena vol worstenbroodjes en joelend publiek. Het is en blijft entertainment en al komt het ons groepsgevoel ten goede, honger lossen we er helaas nog niet mee op.
Met gepaste regelmaat observeer ik vanaf de tribune van Ajax hoe mannen in enkele minuten van uitzinnig naar stampvoetend boos kunnen gaan. Om vervolgens nog vóór het fluitsignaal van de scheids naar de parkeergarage te snellen, want het afkijken van de wedstrijd ligt niet meer binnen de capaciteiten. Hun favoriete strijders zijn geklopt.
Bij ons thuis keek men vroeger naar Studio Sport. In mijn beleving duurde het programma vol samenvattingen de gehele zondag, en was mijn vader zodra de introtune van start ging mentaal even niet meer thuis. Van hem leerde ik dat je mannen tijdens een wedstrijd met rust laat. Tenminste, ténzij je ergens een akkoord op wil. Een beetje kakelen en ratelen is voldoende om de voetbalfan dermate te frustreren, dat een vraag vaak resulteert in een ‘ja, is goed’. Kapot geërgerd en met de blik op de tv. Zo zijn ze in ieder geval van je af.
Eén keer wilde ik geen akkoord, maar gewoon wat meer aandacht. Mijn toenmalige vriend lag chagrijnig op de bank geconcentreerd voetbal te kijken à la ‘raak me niet aan’ en inderdaad, hij bleek bestand tegen mijn seksuele avances. Hij had geen zin, maar ik wilde de mijne. Dus koos ik strategisch voor de gulden middenweg, recht op m’n doel af. Ik zei het echt: ‘Als je me van achter neemt, kun je naar de wedstrijd blijven kijken.’ Het bleek een geslaagde positie en mijn man wist te scoren. In de volksmond noemen we dat een win-win. Al heb ik liever nooit meer seks met Sierd als commentator.