Eddy Zoëy: 'Ik ben een beetje een jonge hond'

Marketingtechnisch is hij een nachtmerrie, zegt Eddy Zoëy. Hij presenteert RTL Boulevard, is muzikant en zanger en maakt óók nog kunst. ‘Ook al ben ik in 1991 afgestudeerd aan de kunstacademie, dan ben je toch die BN’er die zo nodig moet schilderen.’

Eddy Zoëy

Jaren zag je hem nergens en ineens is hij overal. In de rol van presentator achter de desk van RTL Boulevard, als opvolger van Paul de Leeuw bij Ranking the Stars, in een Jerry Springer-achtige setting bij talkshow Dit Is Mijn Keus. Het heeft veel weg van een comeback, een insinuatie die Zoëy – roze fluwelen trainingsjack, gestreept shirt, verwassen jeans – wegwuift vanuit zijn werkkamer in Huis ter Heide, de Utrechtse variant van Blaricum.

Ja, het is lang geleden dat hij van BNN overstapte naar RTL5 en kijkcijferknallers als Take Me Out, The Phone, Ibiza24 en Expeditie Robinson mocht presenteren, wat destijds voor hem – net als nu – voelde als een soort promotie. Maar, zegt hij met zijn handen in de lucht, er hoeft maar dít te gebeuren en je bent die programma’s en dat gevoel weer kwijt. ‘Een zendermanager gaat naar een andere zender of een zender verandert van richting, ongeacht goede kijkcijfers, en je wordt per direct bedankt voor je diensten. I’ve been there’, aldus Zoëy, nog steeds met een lach op zijn gezicht. Dat soort ervaringen houden hem nederig, hij zegt het echt, en maken hem vindingrijk, kijk maar naar de afgelopen jaren. Misschien stond hij niet constant in het volle licht, maar hij zat niet op zijn luie reet. Integendeel. Hij had eigen theatershows, hij exposeerde als kunstenaar in onder meer Hongkong, Wenen en Kopenhagen, hij spreekt voice-overs in bij onder meer National Geographic, hij presenteerde een natuurprogramma voor RTV Utrecht en hij heeft net nieuwe muziek uitgebracht waarvan hij behalve de zang ook bijna alle instrumenten voor zijn rekening neemt. Keep Exploring heet het album, wat uitstekend lijkt aan te sluiten op de levenskoers die Zoëy vaart: niets bij voorbaat al uitsluiten, focussen op wat je leuk vindt en gáán.

Als kind wilde je al popmuzikant worden. Waarom is het jou nooit gelukt om de status van pak ’m beet Nick en Simon te bereiken?

"Dat is sowieso nooit mijn doelstelling geweest, en mijn helden zitten nogal in een andere hoek. Wilfred Genee zei ooit in een podcast tegen me: ‘Het is je niet gelukt met muziek, dus waarschijnlijk is het niet goed genoeg.’ Pas toen ik thuis was, realiseerde ik me: hij kijkt ernaar zoals hij naar sport kijkt. Als je tien atleten een paar keer 100 meter laat sprinten, dan is degene die het vaakst als eerste over de finish gaat de beste loper. Maar in de muziekwereld is dat een heel ander verhaal. Veel mensen hebben nog steeds het idee dat de nummers in de Top-40 de beste liedjes zijn, maar dat zijn de bestverkopende liedjes. De Billboard Hot 100 heeft uitgezocht dat de verkoop van een liedje recht evenredig is met de aandacht die datzelfde liedje krijgt. Krijgt een liedje veel airplay en staat het in grote veelbeluisterde Spotify-lijsten, dan is de kans groot dat het bij mensen gaat leven. Gebeurt dat niet, dan wordt het moeilijk om een groot publiek te krijgen."

Het ligt dus niet aan jouw muziek, maar aan de omstandigheden?

"Ik heb van 2005 tot 2008 zelf aan de kant van de radiomakers gezeten, toen ik Zoëyzo voor 3FM maakte, dus ik weet hoe ontzettend veel er uitkomt. De kans dat je überhaupt op een airplaylist kwam, was toen al bijzonder klein. Ondertussen zijn we veertien jaar verder en komt er nog veel meer muziek uit, want releasen is door de toename van alle thuisstudio’s alleen maar makkelijker geworden. De wetenschap dat de concurrentie moordend is, zorgt ervoor dat ik er in het geheel niet zuur om ben dat de erkenning als muzikant mij niet ten deel valt."

In de vooraankondiging van Keep Exploring staat expliciet vermeld dat je ‘geen Bekende Nederlander-zanger bent’. Wat is dat, een ‘Bekende Nederlander-zanger’?

"In de tijd dat ik mijn tweede album Succes Jongen uitbracht, waarvan het nummer Bijna een hitje werd, waren ook actrices als Katja Schuurman en Georgina Verbaan aan het zingen. Zij zaten helemaal niet in de muziekwereld, maar ze werden door producers benaderd vanwege hun bekende gezicht: ‘Kom maar naar de studio, je hoeft alleen maar een paar keer een liedje te zingen op de muziek die wij hebben liggen, dan zorgen wij dat het goedkomt.’ Je wordt al snel in die categorie ingedeeld, wat haaks staat op wat ik doe, maar het is lastig om mij uit dat hoekje te krijgen. Ik word weleens door een radioprogramma uitgenodigd om live te komen zingen. Dat is best ingewikkeld, want ik speel de bas, de trompet, de gitaar en ik zing. Dus dan zeg ik: ‘Prima, maar dan neem ik een dj mee die draait.’ Als Nicky Romero dat zegt, dan is er geen enkel probleem. Maar bij mij vinden ze dat moeilijk. Het excuus is dan: ‘Ja maar, Nicky Romero is een producer’. Maar dat ben ik ook."

Werkt het in je nadeel dat je moeilijk in een hokje te stoppen bent?

"Als je als jongen die bekend is van tv echt op een serieuze of eigenzinnige manier muziek maakt, is het bijna onmogelijk om daar credits voor te krijgen. Dat botst op de een of andere manier in de hoofden van mensen. Het werkt veel beter als je imago overeenkomt met alle andere dingen die je doet. Gerard Joling is daar een goed voorbeeld van: zijn tv-werk is altijd een beetje hysterisch, zijn muziek heeft een hoog feest- en volksgehalte, zelfs zijn colberts en shirts met glitters en kreten sluiten erop aan. Dat bedoel ik niet denigrerend, ik vind het fantastisch wat hij doet. Wat ik ermee wil zeggen, is dat het heel erg klopt. Marketingtechnisch is hij geen nachtmerrie, zoals ik dat wel ben. Ik presenteer RTL Boulevard, ik ben muzikant en zanger en ik maak óók nog kunst. Ook al ben ik in 1991 afgestudeerd aan de kunstacademie, dan ben je toch die BN’er die zo nodig moet schilderen. Ik vind het heerlijk om in het buitenland te exposeren, want daar hangt niets aan mij. Niemand die op mijn expositie met mij over mijn tv-werk gaat praten, ik ben de kunstenaar, dus je praat over kunst en verkoopt je werk. Dat vind ik fantastisch, want één ding weet ik zeker: niemand koopt mijn werk daar omdat ze stiekem iets in huis willen hebben van die gast van tv, maar puur omdat ze het mooi vinden."

Je schilderijen zijn heel kleurrijk en abstract. Wat is het diepere idee erachter?

"Na de kunstacademie ging ik meteen aan de slag als grafisch ontwerper bij onder meer Oor, Hitkrant en Autovisie. Als ik al iets tekende, dan was het heel realistisch. Schilderen heb ik pas later opgepakt, waarbij ik nog steeds veel grafische toepassingen gebruik. Ik denk niet te veel na over wat ik maak, ik begin gewoon en maak wat ik maak. Elk stapje bepaalt de volgende. En het is ook wel lekker, smijten met verf."

De kunstwereld is de laatste jaren totaal geëxplodeerd. Zijn je schilderijen jouw cashcow?

"Mijn accountant zegt altijd: ‘Dat moet je meer doen, dit gaat goed.’ Dan denk ik: tuurlijk, dat is zo, maar je moet er ook de tijd voor hebben. In de periodes dat ik wat minder prominent tv maakte, heb ik wat meer geschilderd. Op dit moment maak ik juist wat minder schilderijen. Het fijne is dat ik niet financieel afhankelijk ben van muziek of kunst. Dat schept zo veel vrijheid. Natuurlijk zegt het platenlabel waarmee ik al heel lang werk soms: ‘Misschien de volgende keer iets meer die kant op gaan’, maar in principe kan ik doen wat ik wil."

Heb je je creatieve multitalent van huis uit meegekregen?

"Mijn vader was zo’n jongen die in zijn tijd naar de LTS werd gestuurd, terwijl hij makkelijk havo of vwo had kunnen doen: ‘Ga maar een vak leren, zodat je geld in de familie kunt brengen.’ Hij is profvoetballer geweest en heeft op vrij hoog niveau voetbalclubs gecoacht, maar hij verdiende eerder zijn geld als verwarmingsmonteur en later als vertegenwoordiger. Mijn moeder is het type dat huishoudschool moest doen en huisvrouw werd, maar ze had wel drie kinderen en een man met twee banen. Dit was het leven dat bij mijn ouders paste."

Je heet eigenlijk Frederik Morsink. Hoe kwam je erbij om jezelf om te dopen tot Eddy Zoëy?

‘Toen mijn broers en ik jonger waren, dachten we dat het een Twents gebruik was dat je roepnaam aan het einde stond. Mijn jongste broer heet officieel Frederik Vincent, ik Frederik Eddy. Dat heeft mijn vader verkeerd gedaan bij de burgerlijke stand, maar op mijn geboortekaartje staat: ‘We noemen hem Eddy’. En zo ben ik altijd genoemd. De bijnaam ‘Zoëy’ kreeg ik in de tijd dat ik vaak in de Wisseloord Studio’s kwam, een periode waarin ik nogal geobsedeerd was door Killing Zoe van Luc Besson en tegen iedereen zei dat ze die film móésten kijken. Ik werkte veel met een Engelsman die Morsink niet kon uitspreken, dus het werd al snel: ‘Shut the fuck up, Zoëy. Al snel noemde iedereen me zo, waardoor het logisch leek om die naam te kiezen voor mijn eerste album, in 1996.’

Je hebt nooit iets gehad met crossen, zuipen en laveloos op een vrouw kruipen, zei je in een eerder interview. Was je zo’n braverik?

"Ik ken vrij veel gozers in Twente voor wie alles draaide om hun brommer, bier, seks en patat – en dat was het. Daar was ik niet van. Ik vond bier niet lekker en vond het vrij beschamend dat op een tentfeest iedereen bezopen in een sloot lag waar anderen in stonden te pissen. Daar bleef ik altijd een beetje ver van."

Was je een vreemde eend in de bijt?

"Als je bovenmatig geïnteresseerd bent in kunst en muziek, dan pas je er in Twente niet goed tussen. Zeker niet als je ook nog modestatements maakt, wat ik deed. Ik had vrij lang haar en droeg bandplooibroeken, wat als een rode lap op een stier werkte. Ik had het geluk dat ik een broer had die wat ouder was en aan bodybuilding deed, hij is later arrestatieagent geworden. Iedereen scheet in z’n broek voor hem, en terecht. Als je mij wat aandeed, kreeg je hem achter je aan. Ik werd daardoor met rust gelaten, maar ik hoorde er nooit echt bij."

Had je wel succes bij de meisjes?

"Mijn zoon van 15 wordt door corona de mogelijkheid ontnomen om naar de jeugdsoos te gaan en met meisjes te zoenen. Daar was ik al vrij vroeg mee bezig. Voor mijn 21ste is er van alles voorbijgekomen, wat niet wil zeggen dat ik het relationeel dan niet serieus nam. Als ik echt verliefd werd, kon het zo tien maanden duren, wat ik als jonkie echt láng vond. Maar met terugwerkende kracht had ik nooit de intentie om voor langere tijd bij iemand te blijven. Er zat veel onrust in mij, wat verder reikte dan alleen het gebied van vrouwen. Het idee wat in Twente nog steeds heerst, is dat je blijft wonen waar je bent geboren en op zeer jonge leeftijd trouwt en kinderen krijgt. Dat heeft me nooit zo aangesproken, totdat ik Marieke tegenkwam, met wie ik 19 jaar samen ben geweest."

Wat was de reden dat je huwelijk met haar op de klippen liep?

"Vind ik moeilijk. Er wordt vaak ten onrechte gedacht dat ik ervandoor ben gegaan om met een veel jongere vriendin een nieuw leven op te bouwen, maar de scheiding was niet mijn keuze. Marieke was vrij jong toen ze een relatie met mij kreeg, zij was 17 jaar en ik 28 jaar. Ik schreef in die tijd liedjes voor Polygram, verdiende nog wat bij als vormgever en presenteerde bij RTV Oost jongerenprogramma’s, dus ik had best een leuk leven opgebouwd. Het voelde op dat moment heel logisch dat Marieke daarbij aanhaakte, maar zij vindt met de kennis van nu dat ze bepaalde keuzes niet zelf heeft kunnen maken. Dat is onder meer naar boven gekomen door zelfontwikkeling, waar ze de laatste jaren steeds meer aan is gaan doen. Ik heb het altijd jammerlijk gevonden dat ze daardoor het besluit heeft gemaakt om een punt achter onze relatie te zetten, want ik vond dat we niks te klagen hadden. Het ging goed tussen ons, er was genoeg liefde, we hebben twee leuke kinderen. Ik heb heel lang gedacht dat alles wel op rolletjes liep, maar ben nu, met terugwerkende kracht, ook wel gaan inzien dat dat niet zo was. Ze had dus gelijk. Waar we het precies zijn kwijtgeraakt, dat weten we denk ik allebei niet meer precies. Maar we gaan onderling nu hartstikke goed samen."

Heb je geprobeerd om haar op andere gedachten te brengen?

"Toen ze zei dat ze wilde scheiden, heb ik geroepen: ‘Dit gaan we niet zo makkelijk opgeven!’ Mijn voorstel was om een jaar lang te kijken wat ik kon doen waardoor het voor haar prettiger zou voelen, om dan hopelijk tot een andere conclusie te komen. Eerlijk is eerlijk: dat was heel veel op eieren lopen, voor ons allebei, maar na dat jaar had ik toch het gevoel dat het wel weer goed zou komen. Daar dacht Marieke anders over, waarop we alsnog uit elkaar zijn gegaan. Als je me toen had gezegd dat ik me zes maanden later alweer goed zou voelen, had ik je niet geloofd. Maar dat was wel zo. Ik voelde weer ruimte om dingen te doen die ik uit angst om Marieke ongelukkig te maken al heel lang niet had gedaan: echt veel tijd steken in schilderen, muziek maken, mezelf creatief ontwikkelen. Een half jaar later ontmoette ik iemand met wie het goed klikte en bij wie ik nu – zes jaar later – nog steeds ben."

Je vriendin Sarah is 22 jaar jonger dan jij. Is dat prettig, een fris type zonder al te veel bagage?

"Ze mag dan 32 zijn, ze heeft juist veel geestelijke bagage. Maar het is een simpele biologische wet dat de meeste mannen vrouwen van midden twintig fysiek het aantrekkelijkst vinden. Alleen denk ik dat de doorsnee vrouw van die leeftijd mij weinig te bieden heeft. Omgekeerd zal hetzelfde gelden. Je moet veel geluk hebben om als 54-jarige man een interessante twintiger tegen te komen die jou wil en op wie je dan zelf ook nog eens verliefd wordt. De kans is veel groter dat je iemand tegenkomt uit je eigen leeftijdscategorie, dus ik zie het als puur toeval dat Sarah en ik elkaar zijn samengekomen. Ik wil mijn ex-vrouw niet tekortdoen, maar mijn vriendin staat op haar leeftijd misschien wel volwassener in het leven dan zij destijds. Vrienden zeggen ook geregeld: ‘Maakt niet uit hoeveel jonger je vriendin is, ze staat mentaal veel dichterbij jou dan je ex-vrouw ooit heeft gedaan.’ Dat komt omdat ik een beetje een jonge hond ben, terwijl Sarah juist een oude ziel is."

Hoe rock-’n-roll is dat jongehondenleven van jou?

"Van het enorme uitgaan ben ik nooit geweest. En van drugs al helemaal niet. Ik vond dat juist vaak een probleem in televisieland, dat er veel wordt gebruikt. Het is een misvatting dat jong zijn altijd te maken heeft met die manier van geestelijke verruiming."

Je steekt je liefde voor sigaren niet onder stoelen of banken. Ben jij een fijnproever op dat gebied?

"Ik hou van sigaren, maar het moet er wel het seizoen voor zijn. Een sigaar roken kost je minimaal een uur. Dat ga ik in de winter niet buiten doen."

Roken is de laatste tijd een minder populaire bezigheid geworden, om het zo maar te zeggen. In hoeverre voel jij je een paria als je op een terras een sigaar opsteekt?

"Je doet het vaak met andere sigaarrokers in een sigaarlounge. Of als ik een lange wandeling maak. In de zomer rook ik gewoon sigaren bij mij in de tuin. Op een terras zal ik er niet snel eentje opsteken, dat vind ik oneerlijk voor andere mensen."

Je voldoet aan alle criteria van een hipster, met je baardje, goocheme petjes en trainingsjasjes. Is er sprake van een zorgvuldig opgebouwd imago?

"Ik ben qua uiterlijk al 25 jaar hetzelfde, maar ik vind kleding wel tof. Toen ik het laatst op de redactie van RTL Boulevard met Nikkie Plessen over kleding had, zei ze: ‘Je weet meer van mode dan ik dacht.’ Maar wat voor mij vooral belangrijk is, is dat het lekker zit. In een te krappe blouse heb ik binnen no-time zweetvlekken. Van dat soort kledingstukken word ik ongemakkelijk.’

Doe je RTL Boulevard puur voor het geld, of zijn er ook idealistischer beweegredenen?

"Ik heb lang last gehad van enorme migraine, waardoor ik bij live-tv een onberekenbare factor was. Je kunt vlak voor een show nu eenmaal niet zeggen: ik zie nu niets meer en ga kapot van de pijn, dus ik stop ermee. Als je een liveshow moet cancellen, kost dat zo veel geld. In mijn tijd bij Take Me Out stond om die reden zelfs op papier dat er op de dag van de opnames altijd een understudy beschikbaar moest zijn, zodat hij mijn werk kon overnemen als ik toch een aanval kreeg. Wellicht heeft het te maken met een veranderende hormoonspiegel, maar sinds een jaar of drie heb ik amper nog aanvallen. Dat geeft mij de kans om eindelijk een liveprogramma te doen: RTL Boulevard. Live is een thrill, het is elke dag anders en je weet nooit precies wat je kunt verwachten. En het betaalt ook wel aardig, daar ga ik niet mysterieus over doen."

Vraag je je nooit af of je er meer zou uithalen als je zou focussen op één specialisme?

"Ik hou van de afwisseling en als ik de echte urge had gevoeld om ergens honderd procent voor te gaan, dan had ik dat vast eerder al gedaan. En dat heb ik niet. Ik denk dat ik verschillende dingen doe omdat ik die combi voor mezelf het prettigst vind werken. Soms vind ik de ene kleur van het palet iets mooier dan de andere, maar ik heb al die verschillende kleurtjes klaarblijkelijk toch nodig. De jaren dat ik meer kunst, muziek en contentproducties draaide, waren – volgens mijn accountant – financieel gezien niet veel mindere jaren, dus daar zit de keuzebepaling niet in. Nieuwe dingen blijven doen, zoals ineens live-tv of een heel ander programma maken, die triggers heb ik nodig om het voor mezelf spannend te houden. It keeps me happy."

Interviews
  • BrunoPress