In de nieuwste Playboy vertelt Roelof Hemmen meer over jagen op dieren, rally's rijden en houthakken. Lees hieronder alvast een voorproefje:
‘Ik zorg voor een worstenbroodje’, mailt Roelof Hemmen als de interviewafspraak staat. Er stroomt geen Brabants bloed door zijn aderen, maar niet eerder voelde de voormalig RTL nieuwsanchor zich ergens zo thuis als in Heeswijk-Dinther. Zijn vrouw Marjon is geboren en getogen in dit dorp in het groen, of zoals Hemmen grapt aan de lange houten tafel in de grote woonkeuken: ‘Iedereen is hier familie van elkaar.’ Samen kocht het stel een paar jaar geleden een boerderij die ze van top tot teen hebben opgeknapt tot de idylle die het vandaag is. Toyota Land Cruiser 100 en een Land Rover Series 3 gebroederlijk naast elkaar op de oprijlaan, in de ruim bemeten achtertuin een stapel houtblokken klaar om gekliefd te worden, binnen voor het haardvuur een kwispelende labrador die luistert naar de naam Cash en een grommende grote Zwitserse sennenhond die Vlie heet. Terwijl Hemmen heen en weer loopt met koffie, thee en de beloofde worstenbroodjes, vertelt hij dat hij uiterlijk om 15 uur naar de studio van Jinek moet, de talkshow waarin hij sinds een half jaar fungeert als sidekick van Eva Jinek.
Hoe bevalt je nieuwe functie?
‘Heel goed, anders deed ik het niet. Wat ik er het leukste aan vind, is om deel uit te maken van zo’n groot journalistiek gedreven programma waarbij je samenwerkt met een enorme groep jonge, slimme mensen. Dat was hetzelfde bij RTL Nieuws, alleen was ik toen zelf ook nog jong. Dat type mensen, dat type omgeving, daar voel ik me fijn.’
Had je stiekem niet liever zelf als presentator aan de talkshowtafel gezeten?
‘Nou, nee. Presenteren is iets wat ik doe, ik ben dagvoorzitter en word vaak gevraagd voor klussen in die richting. Maar ik zit nu al meer dan een seizoen naar Eva te kijken en niets van wat zij doet kan ik beter. Ze is sneller, ze is scherper, ze is leuker. Ik ken mijn beperkingen, geloof ik.’
Past het bij jou om een rol in de luwte te hebben, vlak bij de schijnwerpers, maar niet als het middelpunt?
‘Nu wel, denk ik.’
Vroeger niet?
‘Ik ben vijftien jaar lang het gezicht van het nieuws geweest, dan zoek je het wel een beetje op. Maar ik heb het altijd al fijn gevonden om dienstbaar te zijn. Als ik mensen interview voor de podcasts die ik maak, dan vind ik het leuk als ik ze kan laten sprankelen. Het gaat niet om mij, het gaat om die mensen. Op dezelfde manier vind ik het fijn om bij Eva te kunnen uitleggen hoe dingen zitten. Gekke filmpjes laten zien, een beetje met Eva stoeien. Ik heb het gevoel dat ik de show daarmee help, wat ik fijn en mooi vind. Het is natuurlijk ook dicht bij mijn core business: nieuws.’
Wat wilde de kleine Roelof Hemmen worden?
Journalist of vrachtwagenchauffeur. Ik ging vaak helpen bij het laden van vrachtwagens bij een groente- en fruitbedrijf in de buurt. Af en toe mocht ik zelf zo’n grote auto aan de kant zetten. Dat vond ik zo gaaf. Maar ik ben toch blij dat ik journalist ben geworden.’
Stimuleerden je ouders je journalistieke ambitie?
‘Ik heb nooit gehoord: ‘Zou je dat nou wel doen, daar is geen droog brood in te verdienen’, wat ze makkelijk hadden kunnen zeggen. Ze hebben altijd uitgestraald: wat Roelofje wil doen, dat moet hij dan maar proberen. Mijn vader heeft zijn hele leven bij Unilever gewerkt, in Nederland, maar ook in Bangladesh en allerlei andere landen. Hij had het fijner gevonden als ik was gaan studeren, maar ik werd steeds uitgeloot voor de journalistenopleiding. Pas bij de vierde poging mocht ik komen, maar toen was ik al aan het schrijven. Ik ben begonnen bij wijkblaadjes in Zoetermeer, daarna mocht ik bij de Zoetermeersche courant als freelancer stukjes schrijven voor een echte krant. Op een typemachine, met zo’n doorslagvelletje. Mijn kopij gooide ik in de brievenbus en op maandag stond dat in de krant. Ongelofelijk vond ik dat. Later werd ik leerling-verslaggever bij de Haagsche Courant, waar de instelling was: als je blijft drijven, dan mag je blijven. Voor mij was dat een goede leerschool. Maar als ik het over zou moeten doen, dan zou ik wel iets gaan studeren. Iets moeilijks, zoals economie.’
Waarom zou je iets moeilijks gaan studeren?
‘Het is goed om ergens heel veel van te weten. Ik weet van veel dingen weinig, haha.’
Zoals de meeste journalisten, toch?
‘Dat is soms wel een nadeel. Alhoewel ik de bullshit aardig van de goede dingen kan onderscheiden nu ik bijna 60 ben.’
Je wilde journalist worden omdat je dacht dat je dan veel avonturen zou beleven. Ben jij zo’n daredevil?
‘Neuh, helemaal niet. Wat mij aantrok aan dit vak is dat je de vrijheid hebt om overal vooraan te staan, te kijken wat er aan de hand is, daar iets van te vinden en het op te tekenen. En dat vind ik nog steeds.’
Staat avontuurlijk bij jou ook voor: de beest uithangen, nachten doorhalen, de grenzen opzoeken?
‘Toen ik een jong ventje was wel. Mijn ouders waren gescheiden en mijn vader had een drukke baan, dus ik had meer vrijheid dan goed voor me was. Het was vaak bal bij ons, zeg maar. Dat was tussen mijn 14de en mijn 18de, maar daarna viel het mee. Ik heb vroeg gepiekt.’
- Interview: Fleur Baxmeier
- Peter Hamelinck