Jochum ten Haaf: 'Mijn vriendin vindt mij een gevaar op de weg' 

Acteur Jochum ten Haaf speelt een boze boer in de (helaas niet al te denderend ontvangen) film Polder. Reden genoeg voor Playboy om hem te strikken voor de onvolprezen Twintig Vragen. Lees hieronder alvast een voorproefje.

Jochum ten Haaf

1. Je bent nu te zien in Polder. Hoe ben je in deze trekkerterrorfilm terechtgekomen?

‘De allereerste lockdown in 2020 was net een maandje bezig toen regisseur Bob Wilbers me belde. Ik ken hem al heel lang, vanuit de tijd dat hij regieassistent was bij de serie Vuurzee uit 2007. Hij zei dat hij al een tijdje bezig was met Polder, een low-budget thriller over een hoogopgelopen vete tussen een milieuactivist en een varkensboer. Of ik zin had om de boer te spelen? Aangezien er toch niks anders gebeurde, dacht ik: waarom niet? Acht draaidagen op een boerderij, ik kon mijn vriendin en kind meenemen, leuk uitje. Uiteindelijk had het allemaal wat meer voeten in de aarde, waardoor we pas veel later gingen opnemen. Maar hij is af, eindelijk.’

2. Ben je een gevaar op de weg?

‘Mijn vriendin vindt van wel. Ik kan goed naast haar zitten, maar zij niet naast mij. Twee jaar geleden waren we een maand in Nieuw-Zeeland. Ik had veel zin om daar te rijden, maar zij ging zoals gebruikelijk meteen achter het stuur zitten. Na twee dagen zei ik: ‘Ik wil ook even rijden.’ Nog geen uur later ben ik met piepende remmen op de zijstrook van de snelweg gestopt. Ik ben uitgestapt en heb gezegd: ‘Rij jij maar.’ Ik schik me naar haar angst, waardoor zij alles rijdt. Maar ik vind zelf dat ik prima rijd.’

3. Was je een lastige puber?

‘Nee, maar ik ben wel gabber geweest, met een kaal hoofd en glimmende trainingspakken. Dat vonden mijn ouders, vooral mijn moeder, niet leuk: ‘Wat doe je jezelf aan, kind?’ Dat denk ik nu ook als ik de foto’s terugzie, want ik had er niet echt een goed hoofd voor.’

4. Welk advies is je altijd bijgebleven?

'Never ask for a job, never refuse one. Dat zei Adrian Brine tegen me, de toneelregisseur die was getrouwd met castingdirector Hans Kemna. Adrian was tot zijn overlijden in 2016 niet alleen een goede vriend van me, maar ook een mentorfiguur. Hij wist dat ik vrij kieskeurig was in de rollen die ik wilde spelen en wilde me duidelijk maken dat alles in dit vak je iets brengt, ook minder leuke ervaringen. Ik ben daardoor vaker ja gaan zeggen, ook op projecten waarvoor ik anders mijn neus zou ophalen. Dat heeft mijn positie heel erg verrijkt, omdat ik zichtbaarder werd op andere plekken dan waar ik voorheen te zien was. Het heeft me op een goede manier ook nederiger gemaakt als acteur.’

5. Bij wie ligt jouw sympathie: de boeren of de activisten?

‘Op de eerste draaidag hadden we opnames in de varkensstal van een boer. Dat moest allemaal snel, want hij was een van de boeren die had besloten om toch tot verkoop over te gaan. Ik vond het schrijnend om te zien hoe zo’n boer, die z’n hele leven van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in zijn bedrijf heeft gewerkt, door de regelgeving op zo’n manier in de problemen komt dat hij op een golfbaan moet gaan werken. Ik ben niet voor het militante van de boeren, ik vind het te ver gaan om ineens asbest over de A2 uit te strooien. Maar ik denk wel dat er een tussenweg is. Alles is op te lossen, ook door je in elkaar te verdiepen.’

Benieuwd naar de andere vijftien vragen? Je leest 't in de nieuwste Playboy. Vanaf morgen verkrijgbaar in de (digitale) schappen.

Interviews
  • Koen Hauser