Alles over het kweken van je eigen wietplanten

In Nederland mag je een paar wietplanten in je tuin hebben. Ook binnen kun je zelf een paar wietplanten kweken. Zelf je eigen wiet kweken is leuk en uitdagend. Heb je geen idee waar je moet beginnen? Lees dan snel verder. In dit artikel helpen we je op weg met het kweken van je eigen wiet. 

Wettelijke aspecten

Laten we eerst beginnen met het noodzakelijk kwaad: de wet. Het kweken van wietplanten wordt in Nederland gedoogd, maar er zijn een aantal regels en beperkingen waar je je aan moet houden. Het is belangrijk om hiervan op de hoogte te zijn voor je begint met het kweken van wiet. Hennep kweken is in principe verboden. Gaat het om maximaal vijf planten of minder en is er geen sprake van beroepsmatig handelen dan wordt dit gedoogd. Houd er rekening mee dat je geen overlast mag veroorzaken op welke manier dan ook. Veroorzaak je wel overlast dan kunnen je planten in beslag worden genomen door de politie. Dat geldt ook voor een plant. Voorkom dus problemen en houd je aan de regels.

Binnen of buiten kweken 

Het is verstandig om er eerst over na te denken of je binnen of buitenwiet wil kweken. Kies je voor binnenkweek dan moet je de omstandigheden van de planten iets beter in de gaten houden. Dit omdat je binnen de natuur aan het nabootsen bent.

De kweekperiode 

Houd rekening met de periode waarin je gaat kweken. De herfst en de winter zijn geen geschikte periodes om te starten met het kweken van wietplanten buiten. Een wietplant heeft behoefte aan warmte en zonlicht. Het beste seizoen om wietplanten te kweken is tussen april en oktober. Begin wel op tijd, het liefst ergens in april of uiterlijk juni. Kweek je binnen, dan maakt de tijd van het jaar niet uit.

Wat heb je nodig?

Het eerste wat je nodig hebt zijn wietzaadjes. Er zijn allerlei zaden op de markt. Sommige zijn geschikt voor kwekers met wat meer ervaring, maar er zijn ook zaden die geschikt zijn om mee te starten. Daarnaast heb je een goed ademende pot nodig, potgrond, wietvoeding en een ontkiemsetje. Heb je deze dingen in huis dan ben je klaar om te beginnen.

Ontkiemen

Als je alle benodigdheden hebt, kun je beginnen. De eerste stap is het laten ontkiemen van de zaadjes. Het beste kun je de wietzaadjes in een glas met water leggen en deze ongeveer 8 uur laten weken. Hierna stop je het wietzaadjes tussen vochtige watjes en leg je het in een bakje, buiten het zonlicht. Houdt het schaaltje goed vochtig door het af te dekken met plasticfolie. De zaadjes ontkiemen het beste bij een temperatuur van 21 tot 25 graden. Na ongeveer twee dagen gaat het zaadje open en begint de wortel te groeien. Is de wortel zichtbaar, dan kun je het zaadje planten. Stop het zaadje een halve centimeter onder de aarde. Binnen een aantal dagen komt het zaadje weer tevoorschijn.

Verzorging

Is het plantje eenmaal boven de grond te zien, dan begint de verzorging ervan. Voldoende water geven en uitkijken voor bladproblemen zijn de eerste adviezen. Daarnaast hebben wietplanten ook plantenvoeding nodig.

Groei

Na de ontkiemperiode begint het jonge wietplantje te groeien. In de groeiperiode wordt de wietplant groter. Hierbij maakt de plant nog geen bloemen aan. Het is belangrijk om in deze periode de plant zo gezond mogelijk te maken, zodat deze niet in haar groei achterblijft.

Bloei

De bloeiperiode is de fase waarin de plant bloemen aanmaakt. Een wietplant in bloei kun je herkennen aan de kleine witte haren. Een wietplant bloeit tussen de 7 en 14 weken. De planten hebben in die tijd veel voedingsstoffen nodig. Tijdens de bloeiperiode is de luchtvochtigheid van de ruimte waar de planten staan erg belangrijk als je rot en schimmels wil voorkomen. De luchtvochtigheid mag niet te hoog zijn.

Oogsten

Het is belangrijk dat de plant rijp genoeg is. Dit kun je zien door naar de lange witte draden te kijken die uit de bloemen komen. Is het grootste gedeelte van deze haren bruin, dan is het tijd om te oogsten. Knip de toppen af en start met het wegknippen van de grootste bladeren. De kleinste bladeren zullen indrogen als je de toppen laat drogen.