Lang leve lummelen: hoe je je uitstelgedrag slim kunt managen voor maximaal succes

Aan uitstelgedrag ligt volgens wetenschappers een hele trits persoonlijke afwijkingen ten grondslag. Toch staat lummelen garant voor de beste resultaten. Zolang je je uitstelgedrag met je linkerhersenhelft maar een beetje slim managet.

lummelen

Mijn vriendin is een echte Excel-spreadsheet-nerd. Kosten-batenberekeningen, verjaardagen, groei- en bloeistatistieken van planten en borders in de tuin, alles verdwijnt bij haar in Excel. Een boel werk, met voor haar als belangrijkste doel: overzicht houden om vooral nergens een deadline te missen. Bij mij zit alles in mijn hoofd. Oké, toegegeven: en in losse e-mails, krabbels in een van de vele rondslingerende notitieboekjes en als een soort steno in mijn iPhone. Hoewel ik in mijn leven weinig deadlines heb gemist — ik begon mijn loopbaan ooit als eindredacteur — vermoed ik dat de kakelverse hoofdredacteur van dit prachtblad allang doorheeft dat ik graag scherp op de deadline mijn werk oplever. Nooit te vroeg, nooit te laat. Wetende dat de deadline nakende is, en mensen om me heen lichtelijk nerveus aan me beginnen te trekken, blijf ik stoïcijns. Ook al staat er nog geen letter op papier. Het zal een weeffoutje zijn in mijn linkerhersenhelft (logica, ratio, planning), maar ik ben op net iets betere voet met mijn rechterhersenhelft (context, intuïtie, creativiteit), die me altijd heeft verzocht om een uitgerekte broedtijd. En dus pers ik het eindresultaat er vaak op het allerlaatste moment uit.

Uitgesteld leven

Het speelt overigens niet alleen op bij zakelijke aangelegenheden. Eigenlijk stel ik elke dag wel ergens iets uit, ook privé. Waar mijn huisgenote graag om 6 uur opstaat voor een rondje hardlopen, schuif ik het opstaan graag op de lange baan. Daarvoor zet ik wel de avond tevoren mijn wekker een half uur vroeger dan noodzakelijk, zodat ik in elk geval het gevoel heb niet te vroeg te moeten opstaan. Is toch de linkerhersenhelft die dat dan mooi voor me bepaalt, dus er is volgens mij nog sprake van enig samenspel tussen die twee. Het stelt me ’s ochtends in staat legitiem 30 minuten te snoozen. Hebben we een feestje thuis, dan kan het gebeuren dat ik vlak voordat de eerste gasten arriveren de barbecue nog moet schoonmaken, de wijnen koud moet leggen en de vaatwasser moet uitruimen. Mijn vriendin loopt me dan neurotisch met haar Excel-sheet in de hand in de gaten te houden. Ik mag graag leven in het hier en nu (‘hic et nunc’). Dus inderdaad, ik ben een onverbeterlijke uitsteller.

Cognitieve stoornis

Ik ben niet zo van de zelfhulpboeken. Duik je echter dieper in de oorzaken van procrastinatie – zoals uitstelgedrag chic wordt genoemd – dan krijg je er meteen een hele reeks andere cognitieve of psychische stoornissen bij. Volgens onderzoekers kent procrastinatie een trits aan onderliggende persoonlijke afwijkingen. Het zou worden beïnvloed door de mate van zelfvertrouwen of faalangst, gewetensvolheid, afleidbaarheid en prestatiemotivatie. Heb je ’m? Eén op de vijf mensen heeft last van uitstelgedrag, dus er zijn aardig wat losers onder ons. Naast die persoonskenmerken bepaalt het soort opdracht de ernst van het uitstellen. Bij de taakkenmerken spelen de mate van onaangenaamheid en de nabijheid van beloning en straf een belangrijke rol. Hoe vervelender de opdracht, hoe meer men is geneigd tot uitstellen. De nabijheid van beloning en straf heeft dan weer alles van doen met de consequenties van de opdracht. Als men een inspanning moet leveren waarvoor de beloning pas veel later volgt, zal men veel meer geneigd zijn deze uit te stellen. Dit heeft te maken met delay discounting; hoe verder de gevolgen verwijderd zijn in de tijd, hoe minder ze het gedrag beïnvloeden.

Contraproductief gedrag?

Geritualiseerd contraproductief gedrag is het, zo lees ik ergens anders. Ook wel het studentensyndroom genoemd. Gebaseerd op vermijden, vluchten, ontwijken en verlegenheid. In een online publicatie stelt een wetenschapper zelfs dat procrastinatie in verband kan worden gebracht met kwade trouw, vals bewustzijn en cognitieve dissonantie. Nou kan ik me nog wel iets dergelijks herinneren bij de proefwerken wis- en natuurkunde destijds, en bij een dag thuiskantoor neig ik net als zovelen er ook weleens naar eerst op te ruimen of even een YouTube-video te bekijken voordat ik een call in moet. Mijn uitstelgedrag is echter geen kwestie van niet kunnen, niet willen of van geen zin hebben. Geen faalangst of vervelende klussen. Productiviteit, effectiviteit en kwaliteit zitten niet in de uren dat je je opdracht op het scherm zet, maar in de totale tijdspanne die het proces in beslag neemt. Als leidinggevende druk ik teamleden altijd graag op het hart ‘vooral tijd in te ruimen om te lummelen’. Lummeltijd levert aanzienlijk mooiere resultaten op. Niks doen is waardevolle incubatietijd.

Hoe kom ik ervan af?

Je hoeft dat advies van lummeltijd niet van me over te nemen. Wil je liever van je neiging tot procrastineren af, dan adviseren gedragsdeskundigen een nieuwe gewoonte te creëren. De uitsteller moet daartoe eerst de eigen hardnekkige gewoonten en routines van zijn uitstelgedrag goed doorhebben. De onbewuste hunkering, begeerte, de zucht naar afleiding. Kortom, leer alle signalen die verleiden tot uitstelgedrag te onderkennen. Ik wens je alle succes. Zolang je je leven maar niet in Excel stopt.

Knowhow
  • Adobe Stock