Dennis Weening (39) vindt zijn Expeditie Robinson natuurlijk beter dan Wie is de Mol? maar zijn deelname aan laatstgenoemd programma is wel zijn allertofste televisie-ervaring tot nu toe. Zelf zou hij het minst graag op een onbewoond eiland zitten met Eddy Zoëy. En van Geert Wilders moet hij ook niets hebben. Dat is een gevaarlijke man.
De kandidaten van Expeditie Robinson gaan wekenlang kapot op een eiland. Hoe dik is het vijfsterrenhotel waar jij in die tijd verblijft?
Was het maar een vijfsterrenhotel. We zitten gewoon in een zwaar afgelegen productiedorpje met houten blokhutjes van twee bij twee met een bed, een bank en een douche. Meer is er niet. Het duurt twee dagen om er te komen. We hebben geen zwembad, er is een zee met heel veel giftige kwallen en het wemelt er van de insecten. Mensen denken altijd dat ik daar na de opnames relaxed lig te chillen met een cocktailtje aan het zwembad, maar dat is dus niet zo.
Zie jij jezelf over tien jaar nog iets op televisie doen, en zo ja: wat?
Ja. Ik zou wel een muziekprogramma willen maken, omdat muziek mijn grote passie is. Toen ik bij MTV werkte, heb ik veel grote artiesten mogen interviewen, en dat lijkt me heel tof om weer te gaan doen. Ik denk dat er, bijvoorbeeld met het verdwijnen van TMF, ook wel een markt voor is. Ik heb een aantal concrete ideeën, niet per se voor televisie maar ook voor internet. Ik ben met RTL in gesprek om te kijken of we daar misschien iets mee kunnen doen.
Heb je inmiddels zoveel geld dat je nooit meer hoeft te werken?
Nee. Maar ik mag niet klagen, ik heb een heel dik salaris waardoor ik niet meer elke schnabbel hoef aan te pakken. Ik doe alleen nog wat ik leuk vind. Ik hoef niet meer voor een paar honderd euro een bedrijfsfeest te presenteren.
Geloof je in monogamie?
Ik geloof dat een mens van nature niet monogaam is. Dat je er hard voor moet werken. Ik ben een flirt, dat weet mijn vrouw ook, maar ik ben ook God, wat een lastige vraag. Ik houd zielsveel van mijn vrouw en ik weet dat ik haar er veel verdriet mee zou doen als ik vreemd zou gaan, dus daarom doe ik het niet. Maar ik heb het al eens meegemaakt in mijn vorige relatie: zodra de een erachter komt dat de ander is vreemdgegaan, verandert die relatie voorgoed. Daarom geloof ik ook niet in het verhaal dat je, als je een slippertje hebt gemaakt, dat dan moet opbiechten aan de ander. Stel dat mijn vrouw een slippertje zou maken, wat ik absoluut niet geloof, dan heb ik liever niet dat ze dat aan mij vertelt. En andersom zou ik het ook niet aan haar vertellen.
Je hebt drie dochters. Wat zou je ervan vinden als zij, net als jij vroeger hebt gedaan, ook aan de dope zouden gaan?
Elke puber gaat op een gegeven moment experimenteren met drugs, maar ik zou ze daar wel zoveel mogelijk in willen adviseren. En waarschuwen ook. Maar ik weet ook dondersgoed dat het niet altijd kan. Mijn moeder wist bijvoorbeeld ook niet wat ik allemaal deed. Ik ben laat begonnen (Dennis scheidde op zijn 23ste van zijn eerste vrouw, stopte als Jehovas Getuige, keerde het geloof de rug toe en sloeg een andere weg in, red.) maar ik heb in die paar jaar tot mijn 27ste ook ontzettend veel gebruikt. Gelukkig ben ik daar goed en heelhuids uitgekomen. Ik zal mijn dochters uitleggen dat ik een andere reden had om die drugs te gebruiken dan de meeste kids die op een feestje een keer een pilletje nemen. Het scheelt denk ik dat ik drie meisjes heb, omdat meisjes wat voorzichtiger zijn dan jongens. En mijn vrouw is veel voorzichtiger en verstandiger dan ik, ook vroeger al, dus wie weet lijken ze in dat opzicht wel op haar.