Botergele bolide: de nieuwe Lotus Emira

Wat Maranello is voor Ferrari, dat is Hethel voor Lotus. Maar waar ze daar in Engeland ooit achthonderd exclusieve bolides per jaar maakten, is nu een hypermoderne fabriek verrezen die een veelvoud aan auto’s produceert, zoals Lotus’ gloednieuwe sportwagen, de Emira. Deze renaissance van Lotus is recent mogelijk gemaakt met Chinees geld, véél geld. Het legendarische Engelse merk is nu namelijk onderdeel van de Geely Group, dat onder meer ook Volvo, Smart en Polestar bezit. Met Lotus hebben ze vooral ook geschiedenis gekocht. Slim, want met een warmbloedige en een emotierijke heritage verkoop je tegenwoordig de toch meer klinische elektrische auto’s. Lotussen (de Esprit!) waren bijvoorbeeld lang de voertuigen (en soms onderzeeboten) van dienst voor James Bond en ook niet voor niets vinden wij direct naast de productiehal in Hethel het Lotus Museum, waar vooral het Formule 1-verleden van het merk wordt uitgevent, met klassieke bolides, allemaal uitgevoerd in dat geweldig John Player Special-zwart. De namen op de flanken zijn ook vrij iconisch: Graham Hill, Mario Andretti, Ronnie Peterson, Nelson Piquet, Mika Häkkinen en natuurlijk Ayrton Senna. Laatstgenoemde snelde met 200 km/u over de parkeerplaats naar de testtrack, waar wij nu ook aan de nieuwe Emira i4 mogen proeven.

Dit is overigens de allerlaatste Lotus, zoals founder Colin Chapman hem had bedoeld. Deze nieuwe Emira is namelijk voorzien van een verbrandingsmotor. Alle andere komende (en net bestaande) modellen zijn volledig elektrisch. Een afscheid in stijl is het zeker, want midden (ja, midden, want Lotus) in de auto ligt een potente viercilinder van AMG, die is afgetuned naar 365 PK. De Lotus-filosofie van weinig gewicht en veel PK’s is veilig verankerd in deze Emira met omgerekend 254 PK per 1000 kilo. Daarmee kan je – zeker in de track-stand – knetterhard door de bochten, merken wij. Dat het stuurgevoel en de feedback eveneens ultra-strak zijn helpt natuurlijk. Gelukkig is dit karretje vergevingsgezind genoeg, zodat ook niet-beroepscoureurs buiten het grind en de barriers blijven. Wij vonden op het circuit in Hethel al snel het juiste ritme en balans in deze Lotus en dan is het alsof je het halve wetboek van Newton tart. Het wagentje van bijna 136.000 euro danst over het asfalt. De soundtrack daarbij kietelde ons lizard-brain constant. Heerlijk. De Lotus-techneuten pasten het spruitstuk en het uitlaatsysteem van de AMG-krachtbron eigenzinnig aan en nu horen we overduidelijk een brutale Lotus, met een haast F1-achtige huil. Bij de lagere toerentallen is de motor nog bassig, maar ga je in de toeren hangen, dan is het net alsof de TT in de Lotus wordt gehouden. Lekker. Nogal cool zijn ook de perforaties met het Lotus-logo in de uitlaatpijpen.

Geen dwarslaesie

Dat de ambities van het nieuwe Lotus verder reiken dan het circuit en de puristen, blijkt de volgende dag als we losgelaten worden op de Engelse countryside, waar de wegen iets minder strak zijn dan op het testcircuit. Integendeel. Vergeleken met het wegdek in Engeland is zelfs de asfaltinfrastructuur van Wallonië van fluweel. In een oudere Lotus waren al onze kiezen vergruisd, maar de Emira werkt in de speciale Tour-stand de kuilen, gaten, ribbels en ravijnen (yep) kordaat weg. Je voelt ze wel, maar een dwarslaesie loop je niet op. Ook nieuw is het comfort aan boord. Er zit een heerlijk multi-mediasysteem in, dat vooral goed snort op classic rock. En ja, climate control in een Lotus, dat bevalt best goed. Dit geldt ook voor de bagage: de spreekwoordelijke golfclubs, of een overnight bag, kunnen gewoon mee. Ja, dat is voor een standaard bolide normaal, voor een old school Lotus is dat niets minder dan een primeur. Hetgeen ook geldt voor de portiervakken en bekerhouders. Geweldig blijft het rode 007-esque klepje boven de startknop en dat de pook slechts één handbreedte van het stuur is verwijderd (moest van Colin Chapman) maakt de rij-ervaring nog unieker. Verder blijven wij fan van een alcantara-afwerking. Deze laatste toegift van het klassieke Lotus gaat naaste concurrenten als de Porsche Cayman en de Alpine A110 nog lastig maken. Let’s Lotus!