Waarom die zonnebril?
‘Ik deed die van mijn vriendin een keer op voor een optreden en uiteindelijk vond ik het gewoon goed staan. Dus ik heb er zelf ook een gehaald, op sterkte, want ik heb wel altijd een bril nodig. Maar sinds we die kleine hebben, loop ik niet meer de hele dag als een rockster over straat. Dat deed ik vroeger wel, ik was ook altijd in pak, met een gehaakte das. En met die zonnebril op was ik altijd klaar voor actie; als er iemand belde hoefde ik alleen maar in mijn schoenen te schieten en te gaan. Maar ik ben rustiger geworden, ik ben 43, je moet jezelf niet in de maling blijven nemen. Ik heb ook geen zin meer om overal te komen opdraven.’
En je drinkt ook bijna niet meer. Je alcoholconsumptie was een probleem.
‘Nou, ik heb het niet als een groot drankprobleem ervaren. Maar dat is natuurlijk altijd zo als je een drankprobleem hebt. Dan zeggen mensen: ik ben geen alcoholist.’
Was je een alcoholist?
‘Dat denk ik niet. Ik was er wel dol op, omdat het altijd gezellig was. Maar ik ben nooit ’s morgens opgestaan met de gedachte: laat ik eens een wodka jus nemen in plaats van een glas water. Bij sociale gebeurtenissen dronk ik altijd. En dan ontstonden er weleens ruzies, zoals dat gaat met drank. Dan speelde er al wat en met drank op zeg je dan ineens: Hou jij nou eens je muil, joh! Ja, dat ging weleens mis. En op een gegeven moment is het zo dat je niks meer kunt als je er geen alcohol bij drinkt.
Toen het echt heel druk werd met The Kik en we de huisband werden bij De Wereld Draait Door, op allerlei festivals kwamen te spelen, overal herkend werden en iedereen stil op een stoel zat om naar ons te luisteren, was het toch net even wat makkelijker als ik er eerst even een paar whisky'tjes in gooide. Maar een jaar of zeven terug heb ik ingegrepen. Thuis drink ik bijna nooit. En als ik met vrienden weg ben, houd ik het ook binnen de perken. Ik wil het ook niet, zoals Douwe Bob, altijd over drank hebben. Ik snap wel wat hij zegt: hij dronk alleen als het gezellig was, maar op een gegeven moment is het elke dag overal gezellig en dan ben je dus de hele tijd aan het zuipen. Dat probeer ik een stuk minder te doen.’
‘Op een gegeven moment is het zo dat je niks meer kunt als je er geen alcohol bij drinkt’
Jij bent nu bijna drie jaar vader, je eigen vader koos voor euthanasie vlak na een concert van jullie waar hij nog bij aanwezig was.
‘Ja, de Stichting Ambulance Wens zorgde dat hij nog bij ons kon komen kijken. Mijn vader had kanker, zoals haast iedere vader tegenwoordig. Wij stonden in Ahoy. Daar moest hij natuurlijk bij zijn, dus toen hebben we geregeld dat-ie op zo’n ziekenhuisbed werd vervoerd. Dat was geweldig. Mijn vader heeft vroeger mijn management gedaan want ik speel al vanaf mijn 8ste. Dan stond ik in een winkelcentrum te zingen of ik deed mee aan een pianoconcours. Het winkelcentrum vroeg of ik elke week wilde komen spelen. Daar kreeg ik dan 200 gulden voor en ook andere winkelcentra vroegen mij. Ik heb dat jaren gedaan, met zo’n draagbaar keyboard. Mijn vader ging mee en liep de hele dag rond in zo’n winkelcentrum, en ik zat daar op dat plein te pingelen, met zo’n omge- keerd hoedje voor me op de grond. Mijn vader deelde dan kaartjes uit aan mensen die ’s avonds een verjaardag hadden in de wijk, en dan werd het hele zooitje daarheen gesleept. Hij vroeg dan 500 gulden en zo verdiende ik mijn eerste geld, dat mijn vader op een spaarrekening zette. Later ging ik rock-’n-roll spelen, stond ik boven op de piano te springen. Dat hoedje werd steeds voller. Mijn vader was een lieve man, mijn grootste fan en ik had een heel goede band met hem. Maar ik denk zelf dat ik het – ja dat kun je eigenlijk niet zeggen – nog erger vind als mijn moeder doodgaat, straks, als het haar tijd is. Ik ben eerlijk gezegd best een moederskind.’
- Maurits Giesen