Afrojack over begin carrière: 'Ik was nogal egocentrisch'

Afrojack (Nick van de Wall, 35) was altijd al een grote jongen — 2,07 meter om precies te zijn — maar na zestien jaar groeit hij nog steeds in de muziekindustrie. Vorig jaar zagen bijna 200 miljoen mensen zijn show tijdens het Eurovisie Songfestival, dit jaar maakte hij het anthem van de Formule 1 Grand Prix in Zandvoort. In de nieuwste Playboy vertelt hij over zijn status als wereldster en jonge artiesten begeleiden.

Afrojack
Bestel de laatste editie

Jong talent

Afrojack staat al jaren aan de top van de muziekindustrie, maar nog veel liever helpt hij jong talent naar de top. Samen met een paar andere creatievelingen is hij WALL begonnen, een artist development-bedrijf dat jonge artiesten helpt in de muziekindustrie. "Die moeten daar straks gaan staan, niet ik", vertelt hij aan Playboy. "Jongens als Chico Rose bijvoorbeeld. Voor mij was het hoogtepunt van het hele Formule 1-weekend niet dat ik op de grid stond met mijn booth, maar dat Chico op donderdag in de businesslounge stond te draaien voor Max, Bernhard, een paar andere Oranjes en een paar andere coureurs. Voor hem had dat een gigantische impact die nadreunt in de rest van zijn carrière." Nick, zoals Afrojack echt heet, is dan ook blijer voor Chico dan voor zichzelf tijdens zo'n weekend. "We hebben ooit artiesten als R3hab, Quintino, Shermanology en Fais op de kaart gezet, en nu Chico Rose. Wat voor mij een extraatje is – een belletje, een appje – kan voor iemand anders een wereld van verschil maken", legt hij uit. "Dat is waar ik toekomst in zie. Met WALL voorkomen we dat jonge artiesten dezelfde fouten maken als ik vroeger."

Leren hoe de industrie werkt

Om welke fouten gaat dat dan? "Als je net begint als artiest is er niemand die je vertelt hoe de industrie écht werkt. Je weet misschien wel hoe je een nummer moet schrijven of een track moet opnemen, maar je weet niet hoe je met managers moet omgaan, met labels, met pers, eigenlijk met iedereen die invloed kan hebben op je carrière", vertelt de dj. "Als je een artiest tot in detail uitlegt hoe het werkt, kun je er maximaal profijt uit halen. Heel vaak denkt een manager: zeg het maar niet tegen de artiest, want dat snapt-ie toch allemaal niet. Laat de artiest zich maar lekker focussen op z’n muziek. Maar als je niet vertelt dat een sponsor de videoclip betaalt en dat de sponsor dus vriendelijk moet worden behandeld, dan kan het lelijk worden", legt hij uit. "Het is geen hogere wiskunde, maar het moet je wel worden verteld."

Volgens Afrojack is dit niet alleen iets dat jonge artiesten moeten leren. "Ik kom ook genoeg idioten van 35 tegen. Gasten die ongelooflijke opportunities krijgen, kansen waar ze normaal alleen maar van kunnen dromen, en die dan alleen maar zeggen: ah, dope man. Dat gaat dus helemaal verkeerd", zegt hij. "Als je zoiets een paar keer flikt, wil niemand meer iets met je te maken hebben. Ofwel: begrijp wat je krijgt. Begrijp hoeveel succes je weggooit als je er laks mee omgaat. Ik kan het weten, want ik was ook zo."

Egocentrisch

Hoe Nick zelf was aan het begin van zijn carrière? "Ik was nogal egocentrisch", geeft hij toe. "In de eerste vijf jaar van mijn carrière liet ik me vooral leiden door mijn eigen succes. Ik was 19 toen ik mijn eerste plaat uitbracht: in het weekend draaide ik en doordeweeks deed ik vrij weinig. Een beetje aankloten op de Playstation, of naar Lost kijken, meer niet. Ik heb weleens vier dagen achter elkaar in bed gelegen: wakker worden, Lost kijken, eten, slapen, wakker worden, Lost kijken enzovoorts", vertelt de dj. "Gewoon, omdat ik nergens anders over nadacht. Nu zou ik dat nog steeds kunnen doen, maar ik weet inmiddels ook wat het kost, qua tijd. Waar het om gaat is: welke afspraken maak je met jezelf om je toekomst beter in te richten? Als je beseft wat je verliest door een verkeerde keuze, dan maak je die keuze niet meer."

Van die periode heeft Afrojack zelf ook geleerd. "Het gaat om de juiste mentaliteit. Dat je je afvraagt: what the fuck ben ik aan het doen? Je denkt wel dat je het allemaal snapt, totdat een manager je een moeilijk contract geeft en je niet weet of hij het beste met je voor heeft of gewoon keihard wil naaien. En dan heb je nog een publicist, een agent, een Amerikaanse agent: je hebt zo twintig mensen in je nek die met moeilijke shit bij je komen en zeggen dat ze je mattie zijn, terwijl ze alleen maar iets van je willen. Daar moet je mee om kunnen gaan."

In de nieuwste Playboy vertelt Afrojack meer over zijn status als wereldster, zelfhulpboeken, dure auto's en helikopters, een nieuw album en nog veel meer. Vanaf donderdag 3 november in de winkel!

Interviews
  • Brunopress