Robert van Eijden

'Er was mij – nota bene door mijzelf – een mooi levenseinde ontnomen'

‘Het is maar goed dat u het op tijd hebt gezien, anders was u over vijf of zes dagen...’

Nou, dat hebben we dan ook weer gehad. Ik doel hiermee natuurlijk op de vervanging van de dakpannen op alle portiekflats in mijn straat. Helaas hadden de dakdekkers om het zichzelf makkelijk te maken de rookgasafvoerpijp van mijn cv-ketel een stuk naar beneden geduwd, zag ik toen ik mijn dagelijkse tochtje naar zolder maakte om te controleren of er spoken zaten. De pijp maakte een rare hoek en er zat een opening van een centimeter breed waar twee stukken niet meer op elkaar aansloten. Ik maakte wat foto’s en mailde ze naar de bouwopzichter met de vraag of dit wel helemaal veilig was, ouwe rups? Vijf seconden later ging mijn telefoon: ik moest meteen mijn gaskraan dichtdraaien en hij stuurde nú een monteur. Een half uur later stond ik weer op zolder, nu met een cv-monteur die zei: ‘Het is maar goed dat u het op tijd hebt gezien, anders was u over vijf of zes dagen...’ Hij zuchtte en deed een emoji met twee gevouwen handen na. Volgens sommigen staat die emoji voor bidden, volgens anderen voor ‘dank u’ en volgens weer anderen voor een high five. Ik besloot dat hij de laatste betekenis bedoelde, dat leek me het feestelijkst.

Toen de monteur de boel had hersteld en was vertrokken, voelde ik me een beetje, eh, teleurgesteld? Er was mij – nota bene door mijzelf – een mooi levenseinde ontnomen: je komt ’s nachts halfdronken thuis uit het café, zet de verwarming aan, gaat op de bank naar de herhalingen van Hart van Nederland zitten kijken, valt in slaap en wordt nooit meer wakker. Dat is beter dan op je 89ste twee jaar in het ziekenhuis liggen en overlijden aan de gevreesde ziekte (ik heb het hier over K, niet over C), over het hek van de Galgenwaard proberen te klimmen en gespietst worden terwijl FC Utrecht nog verliest ook, of gevierendeeld worden omdat je in 1584 Jeroen Krabbé hebt vermoord in Delft.

Aan het eind van de middag ging ik op de bank zitten. Het begon mij te dagen dat ik sinds het cv-ketelincident van eerder die dag leefde on borrowed time, zoals de Amerikanen dat zo mooi noemen. Leven in geleende tijd – het zou de titel kunnen zijn van een roman van A. F. Th. van der Heijden, of van een verzamelalbum van BLØF. Ik had deze tijd renteloos cadeau gekregen en voelde de druk om de rest van mijn leven te besteden aan het helpen van de mensheid. Ik zou opiniebijdragen gaan schrijven over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Ik zou gaan protesteren tegen de opwarming van de aarde, al wist ik niet precies bij wie ik daarvoor moest zijn. Ik zou wetenschappelijk onderzoeker worden en muizen injecteren met kankercellen zodat ik een medicijn tegen K kon uitvinden waarmee ik de zieke muizen kon genezen.

Maar niet nu meteen, natuurlijk. Het was borreltijd en ik had vier flesjes La Trappe Tripel op het balkon staan die volgens de website van het KNMI op de perfecte drinktemperatuur van 12 graden waren. Ik haalde een flesje van het balkon, schonk de inhoud in een vers omgespoeld speciaalbierglas en ging weer op de bank zitten. Na het derde flesje was de enige ambitie die ik nog had: ook het vierde flesje leegdrinken. Omdat het fris begon op te trekken, liep ik naar de thermostaat en draaide de temperatuur naar 20,5 graden. Een paar seconden later zag ik het vlammetje verschijnen in het display, zoals het hoort. Ik vouwde mijn handen en hoopte er maar het beste van – voor de mensheid in het algemeen, maar toch vooral voor mijzelf in het bijzonder.

Goodlife
  • Adobe Stock