Jules Deelder overleden: 75 jaar Dandy en Dry Gin

Vanochtend bereikte ons het trieste nieuws dat Nederlands enige echte 'dandy' is overleden: de excentrieke Rotterdamse dichter Jules Deelder (75).

jules-deelder-overleden

Nachtburgemeester

Jules Deelder, de markante dichter en nachtburgemeester van Rotterdam, is na een kort ziektebed op 75-jarige leeftijd overleden. Dat heeft de familie bekendgemaakt.

Deelder was een opvallende man. Hij was dichter, schrijver, muzikant maar vooral: entertainer. Hij vertelde je, in plat Rotterdams, precies waar het op stond. En nam daarbij zeker geen blad voor de mond.

Deelder Hard Gin

Playboy had de eer hem onlangs nog te interviewen voor het novembernummer. Daar spraken we hem over de speciale fles gin die hij mocht ontwerpen ter ere van, inmiddels een pijnlijke samenloop, zijn 75-jarig bestaan. Het was een gesprek op z'n Deelders; pittig, grappig en buitengewoon eerlijk:

Jeanne d'Arc

'Jules Deelder is een groot liefhebber van gin. De immer in het zwart gehulde dichter drinkt de gedestilleerde vloeistof al sinds mensenheugenis en doet er na het ontwaken soms zelfs een scheut van in zijn thee. De meeste soorten gin vindt hij echter niet te drinken. Ze zijn veel te zoet. ‘Vruchtwater’, zoals hij het zelf noemt.

Om zijn 75ste verjaardag (24 november) luister bij te zetten, kreeg hij een aanbod van destilleerderij Loopuyt in Schiedam. Eigenaar Jan van Stigt Thans nodigde de Rotterdamse nachtburgemeester uit om zijn eigen gin samen te stellen. Na een maand of twee stoken en proeven was het gepiept. Het werd geen dry gin, nee, het werd hard gin: Deelder Hard Gin. De eerste slok gaf meteen al inspiratie voor een gedicht: Deelder Hard Gin / Hakt erin / In de lever / Op de kin.

Deelder Hard Gin is de eerste autobiografische gin ter wereld. Er zijn 1.944 genummerde flessen te koop, naar het jaar waarin hij werd geboren. Het alcoholpercentage is 44,91 procent. Over de geheime ingrediënten doen beide heren geen mededelingen, behalve dat de gin hallucinerende kruiden en een vleugje absint bevat. Deelder: ‘Het is niet zo dat je Jeanne d’Arc al na een glaasje ziet verschijnen, maar na een fles is die kans al aanzienlijk groter.’

Zelf is hij niet zo’n drinkebroer. Deelder kan zich niet heugen wanneer hij voor het laatst dronken is geweest, maar dat moet minimaal vijf decennia geleden zijn. Hij verklaart: ‘Als je speed gebruikt, dan kun je een hoop drank hebben. Wat dat betreft leg ik ’s ochtends natuurlijk al een vloertje. Daar moet je ook niet mee ophouden, want dan slaat de drank ineens toe. Dat zag je wel bij Herman (Brood, red.). Dat was een heel scherpzinnige gozer. Ik had hem nog nooit lazarus gezien, tot hij met de speed stopte. Vanaf daar ging het mis.’

Geen groenten en een klein beetje ijs

De dichter, zoals altijd gekleed als een volmaakte dandy, nipt van zijn eigen gin in de directiekamer van een statig koopmanshuis in Schiedam, ooit de residentie van de familie Loopuyt. Er worden oesters aangerukt. ‘Oesters en hard gin is de ideale combinatie.’

Hij doet voor hoe het moet. Nadat hij de eerste ‘goed vaderlandse oester’ naar binnen heeft gewerkt, vult hij de schelp met een shotje gin en slaat die ook achterover. Deelder voegt daaraan toe: ‘Je zou de oester zelfs kunnen flamberen in de gin en met vlam en al naar binnen laten glijden.’

De tweede oester houdt hij iets langer in zijn hand. Het zilte vocht drupt langzaam op het vloerkleed. Door zijn donkere bril kijkt hij bedenkelijk naar de inhoud van de schelp. Hij wijst een vreemd plekje aan en vraagt aan Van Stigt Thans: ‘Is dat een parel of een tumor? Je weet ‘t maar nooit met die oesters. Het blijft een beetje een rare rochel.’ Ook deze oester glijdt naar binnen en wordt afgeblust met een shot gin.

Uw verslaggever slurpt vrolijk mee en begint onderhand al een beetje dubbel te zien, maar Jeanne d’Arc is nog niet verschenen. Misschien is het goed om nog even na te vragen hoe deze gin op authentieke Deelder-manier moet worden geschonken, voordat de hallucinerende kruiden hun werk gaan doen.

‘Het gaat om een paar dingen’, zegt de oude bard nog verrassend fris. ‘In de eerste plaats gaat het om het kleine glas. Daarin doe je de gin met een minieme hoeveelheid tonic. De ideale verhouding is drie op een. Verder moeten er geen groenten in – geen komkommer en weet ik veel – en slechts een blokje ijs. Het moet zo simpel mogelijk. Laatst zat ik ergens waar ze met een reepie gebakken ontbijtspek door de gin aan het roeren waren. Ja, goed, je kunt ook te ver gaan.’

Wat verdient hij nu aan deze nieuwe carrière als drankverkoper? Deelder begint te glimlachen. ‘Als we alle genummerde flessen ver- kopen dan hou ik daar uiteindelijk meer aan over dan aan al mijn dichtbundels bij mekaar. Ze noemen mij weleens de best verkopende dichter van Nederland. Dan denk ik: waar hebben we het over. Lang leve de dichter, maar waarvan?’

Interviews
  • Playboy Magazine